Voordat u begint met uw medicatie is het advies om met uw apotheker te overleggen welke medicijnen wel en niet door uw sonde kunnen. Mocht u een medicijn nodig hebben dat niet door uw sonde mag of voorkomt in een andere vorm, zoals een pleister, kunt u uw apotheker of arts raadplegen over een alternatief dat wel door de sonde mag. Deze medicijnen kunnen in vloeibare vorm via een spuit, in de medicatiepoort op de pompset (of toedieningssysteem) of rechtstreeks in de sonde worden gespoten.

Verder is het niet verstandig om medicatie in vorm van tabletten zelf fijn te malen. De werking van uw medicijnen kan hierdoor verminderen of veranderen. Het is niet mogelijk uw medicijnen te mengen met uw sondevoeding. Uw medicijnen kunnen een reactie met de sondevoeding aangaan waardoor uw sonde verstopt raakt en niet meer veilig is.

Overleg altijd met uw behandelend arts over het gebruik van medicatie.

Stappenplan gebruik van medicatie via een medicatiepoort:

  • Was uw handen met zeep en droog ze goed af;
  • Stop de voedingspomp of sluit de rolregelklem op het toedieningssysteem zodat toediening van de sondevoeding stopt;
  • Trek 20-50 ml lauw water op in een spuit;
  • Verwijder het afsluitdopje van de medicatiepoort op de pompset of op het toedieningssysteem;
  • Plaats de spuit op de medicatiepoort en spuit de sonde door met 20-50 ml lauw water;
  • Trek het vloeibare medicijn op in een schone spuit;
  • Plaats de spuit op de medicatiepoort en spuit het medicijn door de sonde;
  • Spoel de sonde goed schoon met 20-50 ml lauw water;
  • Sluit de medicatiepoort af met het dopje;
  • Start de pomp;

Overleg altijd met uw behandelend arts over het gebruik van medicatie.

Stappenplan gebruik van medicatie via een sonde:

  • Was uw handen met zeep en droog ze goed af;
  • Stop indien van toepassing de het toedieningssysteem zodat toediening van de sondevoeding stopt en koppel de sonde van de pomp
  • Spuit de sonde met 20-50 ml lauw water door;
  • Trek het vloeibare medicijn op in een schone spuit;
  • Plaats de spuit op de sonde en spuit het medicijn door de sonde;
  • Spoel de sonde goed schoon met 20-50 ml lauw water;
  • Sluit het dopje op de sonde of indien van toepassing koppel de sonde weer aan de pomp en zet deze weer aan.

Overleg altijd met uw behandelend arts over het gebruik van medicatie.

Veelgestelde vragen

U kunt geen voeding, medicatie of water toevoegen aan de sondevoeding. Dit kan leiden tot verstopping van de sonde of bederf van de voeding.

Uw zorgverlener zal u informeren over het gebruik van medicatie via de sonde. Als u de medicijnen niet via de mond kunt innemen, zult u uw medicatie zoveel mogelijk in een andere vorm krijgen, zoals een pleister. Soms krijgt u medicatie wat door de sonde kan. Belangrijk is om zowel voor als na het toedienen de sonde goed door te spoelen met water.

Overleg altijd eerst met uw zorgverlener!

Voor de meeste sondevoedingen geldt dat vanaf 1500 ml de voeding voorziet in de dagelijks aanbevolen hoeveelheid aan vitaminen en mineralen. Aanvulling is dan niet nodig. Overleg met uw zorgverlener indien u toch extra vitaminen en mineralen wenst.

Meer informatie