Irritaties in de neus, keel of slokdarm:

Zorg dat de pleister niet te strak op uw neus zit of de sonde niet in uw neus drukt. Vervang de pleister indien nodig. Daarnaast is het belangrijk dat u een goede neushygiƫne heeft.

Wanneer de sonde schuurt bij het slikken, of wanneer hij te dik of te stug is, kan de sonde irritaties veroorzaken. U kunt dan uw arts of verpleegkundige vragen om een (meer soepele) nieuwe sonde in te brengen.

Huidirritatie:

Huidirritatie kan ontstaan door een overgevoeligheid voor pleisters of siliconen, doordat het fistelkanaal is gaan lekken, of doordat er een infectie of ontsteking is die een rode huid kan veroorzaken. Wanneer u hier last van heeft is het belangrijk dat u direct contact opneemt met uw arts of verpleegkundige.

Veelgestelde vragen

Controleer elke dag de plek rondom uw sonde op de volgende signalen:

  1. Roodheid;
  2. Zwellingen;
  3. Ingroei van de huid;
  4. Lekken van de stoma/sonde.

Raadpleeg bij aanwezigheid van de signalen of bij twijfel uw zorgverlener.

Soms kan het zijn dat de sonde eruit valt of loslaat door bijvoorbeeld hoesten of omdat u ergens achter bent blijven hangen. Wanneer dit gebeurt is het belangrijk dat u de sondevoeding direct stopzet. Het is belangrijk dat u de sonde zo snel mogelijk laat vervangen.

Wanneer u een verstopte sonde heeft is het belangrijk de verstopping te verwijderen. Indien u geleerd heeft dit zelf te doen, kunt u dit doen. Wanneer u de verstopping niet zelf kunt verwijderen is het advies om contact op te nemen met uw zorgverlener.

Wanneer u uw sonde goed verzorgt, zal deze niet zo snel verkleuren. Het is echter mogelijk dat de sonde bij langdurig gebruik onder invloed van medicatie en voeding toch verkleurt. Wanneer u zich zorgen maakt is het advies uw zorgverlener te raadplegen.

Meer informatie