Sondevoeding is een vloeibare voeding die via een flexibel slangetje (de sonde) wordt toegediend. De voedingsstoffen in sondevoeding zijn te vergelijken met normale voeding en worden dus ook op dezelfde manier verteerd. Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die uw kind per dag nodig heeft, zoals eiwitten, koolhydraten, vetten, vitaminen, mineralen en vocht.
Sondevoeding zal aan uw kind worden voorgeschreven wanneer hij of zij door een behandeling, ziekte of operatie niet voldoende kan of mag eten. De sondevoeding zorgt er dan voor dat uw kind genoeg voedingsstoffen en vocht binnen krijgt.
De reden waarom uw kind geadviseerd is te starten met sondevoeding is omdat hij of zij niet voldoende normale voeding binnenkrijgt. Dit kan komen door verschillende factoren, zoals bijvoorbeeld slik- of verteringsproblemen. Doordat uw kind voeding via een sonde krijgt, krijgt zijn of haar lichaam alle voedingsstoffen binnen die het lichaam nodig heeft.
Bij juist gebruik is sondevoeding zeker veilig. Het is belangrijk hygiënisch met sondevoeding om te gaan en de adviezen van uw zorgverleners goed op te volgen.
Voordat uw kind naar huis gaat is het belangrijk dat u begrijpt waarom uw kind sondevoeding krijgt en dat het de beste optie is voor hem of haar om dagelijks alle voedingsstoffen binnen te krijgen. Daarnaast is het belangrijk dat u training krijgt over het gebruik van en kennis over sondevoeding. Zorg ervoor dat u alle informatie heeft gekregen van uw zorgverlener voordat uw kind het ziekenhuis verlaat. Als u onvoldoende informatie heeft, kunt u hier zelf actief naar vragen. Wij adviseren om een lijst op te stellen met al uw vragen. Deze kunnen helpen het gebruik van sondevoeding te vereenvoudigen.
Als u twijfels heeft, wees dan niet bang om (nogmaals) vragen te stellen aan uw zorgverlener. Wanneer de informatie niet voldoende voor u is kunt u het beste blijven vragen. Het is erg belangrijk dat u zelf goed op de hoogte bent van de mogelijkheden.
Sondevoeding kan, net als normale voeding, een vol gevoel geven. Dit hangt ook af van de manier waarop de voeding wordt toegediend. Wanneer de voeding per portie toegediend wordt, kan uw kind mogelijk eerder honger krijgen dan wanneer hij of zij druppelsgewijs gevoed wordt.
Wanneer uw kind minder sondevoeding gebruikt dan dat het lichaam nodig heeft, kan hij of zij honger krijgen. Wanneer uw kind dit over een langere periode heeft is het raadzaam contact op te nemen met uw diëtist die mogelijk de voeding zal aanpassen.
Uw diëtist zal de juiste vloeistof aanraden en zal u adviseren wat te doen tijdens warm weer, ziekte of sporten. Of uw kind mag drinken of niet, en welke vloeistof hij of zij dan mag drinken, is persoonlijk. Raadpleeg hierover uw diëtist.
Overleg met uw zorgverlener indien u uw kind toch extra vitaminen en mineralen wilt geven.
De rol van sondevoeding is het lichaam van uw kind de benodigde voedingsstoffen te geven om zijn/haar herstel te ondersteunen. Sondevoeding blijft noodzakelijk tot uw kind zelf weer voldoende normaal kan eten. Daarom moet u altijd met uw zorgverlener overleggen voordat u stopt met de sondevoeding.