Sondevoeding moet tussen de vijf en 30 graden bewaard worden. Wel is het belangrijk dat u de sondevoeding op kamertemperatuur laat komen voordat deze gebruikt wordt.
Sondevoeding wordt het beste op kamertemperatuur gebruikt. Wanneer het pack of de fles in de koelkast staat, haalt u deze van tevoren eruit zodat deze op temperatuur kan komen.
Wanneer sondevoeding te koud is, kan het au-bain-marie of in de magnetron opgewarmd worden. Schenk de benodigde portie dan wel eerst uit het pack of de fles.
Laat de voeding niet koken. Sommige vitaminen (C, B6, E) zijn gevoelig voor hitte/oxidatie en als het product kookt zal het gehalte onder invloed van lucht/zuurstof afnemen. Exacte getallen hebben we echter niet.
Sondevoeding kan in de magnetron opgewarmd worden. De voeding zal door die korte periode niet bederven en is dus voor uw kind geen risico. Wij raden aan om de sondevoeding per portie op te warmen.
Let op: schud de opgewarmde voeding wel even door; een magnetron verhit ongelijkmatig, waardoor er hete en koude delen ontstaan.
Uw zorgverlener zal aangeven wanneer het mogelijk is te eten naast sondevoeding. Wanneer dit het geval is, zal uw zorgverlener met u afstemmen welke voeding het meest geschikt is.
In het algemeen worden kant-en-klare sondevoedingen goed getolereerd en verdragen. Daarom is normale voeding via de sonde, ook wel blended diet (BD) genoemd niet de eerste keuze bij de dieetbehandeling van ondervoeding. Het kan overwogen worden bij patiënten die voor een langdurige periode/levenslang via PEG gevoed moeten worden. Vanuit de praktijk is er ook een groep bij wie blended diet in combinatie met sondevoeding wordt gebruikt.
U kunt geen voeding, medicatie of water toevoegen aan de sondevoeding. Dit kan leiden tot verstopping van de sonde of bederf van de voeding.
Uw zorgverlener zal u informeren over het gebruik van medicatie via de sonde. Als uw kind de medicijnen niet via de mond kan innemen, zal uw kind zijn medicatie zoveel mogelijk in een andere vorm krijgen, zoals een pleister. Soms krijgt uw kind medicatie wat door de sonde kan. Belangrijk is om zowel voor als na het toedienen de sonde goed door te spoelen met water.
Overleg altijd eerst met uw zorgverlener!
Een verpakking van sondevoeding hoort niet te lekken. Controleer of het toedieningssysteem op de juiste manier geplaatst is. Indien de verpakking kapot is, kunt u dit het beste bij uw leverancier melden. Gebruik de verpakking dan niet meer.